Longworm vraagt nu om aandacht

Let op longwormen om blijvende schade te voorkomen

Algemeen,Gezondheid

Aan het eind van het weideseizoen kunnen de verschijnselen die horen bij een longworminfectie weer de kop opsteken. Dit komt niet alleen bij het jongvee, maar ook bij de melkkoeien voor. Een longworminfectie kan forse (blijvende) schade veroorzaken.

De cyclus van de longworm

Longworm is een parasiet die zich vestigt in de luchtpijp en longen van koeien. Koeien die naar buiten gaan, nemen larven met het gras op. De opgegeten larven komen in de lebmaag terecht en vanuit daar reizen ze door het lichaam via het lymfestelsel naar de longen. Eenmaal aangekomen in de longen groeien ze uit tot volwassen wormen.

Verschijnselen en schade

De verschijnselen bestaan uit benauwdheid, vermagering, achterblijven in groei, melkgiftdaling en longontsteking. Door de trektocht van de larven door de longen kan er ernstige, blijvende longschade ontstaan. De verschijnselen worden vooral gezien bij dieren die voor het eerst naar buiten gaan. Als de dieren maar met een beperkt aantal wormen worden geïnfecteerd, zal de infectie zonder verschijnselen verlopen.

Immuniteit opbouwen

Het opbouwen van immuniteit tegen longworm duurt gemiddeld genomen één jaar. Als het jongvee niet of nauwelijks besmet raakt bij de eerste keer weidegang, kan er in het vervolg nogmaals een besmetting met verschijnselen plaatsvinden. Ook kunnen de dieren te veel behandeld zijn, waardoor ze onvoldoende weerstand hebben opgebouwd tegen de longworm. De dieren blijven dan gevoelig voor een infectie.

Duur immuniteit tegen larven

De opgebouwde immuniteit tegen de larven duurt slechts 6 maanden. De immuniteit tegen de volwassen wormen die zich in de longen bevinden duurt meer dan 2 jaar. Het is wel van belang om de dieren elk jaar opnieuw aan lage niveaus van larven bloot te stellen en het immuunsysteem elk jaar weer te prikkelen.

Uitscheider, maar niet zelf ziek

In een koppel koeien kunnen dieren aanwezig zijn die via de mest veel larven uitscheiden zonder daar zelf ziek van te zijn. De dieren die gevoelig zijn voor een besmetting raken daardoor besmet en zorgen daarmee voor een forse toename van de infectiedruk op het weiland. Maar ook als de immuniteit afgenomen is, kan het tot een herinfectie leiden bij de koeien. De koe kan dan dus alsnog verschijnselen krijgen en ziek worden, ook als het dier al eerder heeft blootgestaan aan longworm.

Tankmelkonderzoek wormbesmetting

Door middel van het testen op antistoffen in de tankmelk kan er in beeld gebracht worden of, en in welke mate, een wormbesmetting een rol speelt op het bedrijf. Als er een combinatie is van veel antistoffen (meer dan 20 procent van de melkgevende dieren heeft antistoffen) en de aanwezigheid van klachten kan het verstandig zijn om een behandeling tegen longworm in te zetten. Ook kan er via mestonderzoek bij individuele koeien worden vastgesteld of er sprake is van een longwormbesmetting. Dit kan een aanleiding zijn om uw strategie voor wormbestrijding eens kritisch door te nemen met uw 1-op-1 dierenarts.

Geplaatst door:

Deel bericht:

Rundveedierenartsen Wolvega

Voor vragen, opmerkingen of meer informatie kunt u gemakkelijk direct contact opnemen. Wij nemen zo snel mogelijk contact met u op.

Volg ons