Uitweiden

Longwormen zijn parasieten die zich hechten in de luchtpijp en longen van de koe. Wanneer de koeien naar buiten gaan, krijgen zij larven binnen via het gras. Deze larven komen in de lebmaag terecht en reizen vanuit daar door het lichaam via het lymfestelsel.
Wanneer zij uiteindelijk aankomen in de longen groeien ze uit tot volwassen wormen. Door de trektocht van de larven door de longen kan er ernstige, blijvende longschade ontstaan. De verschijnselen worden vooral gezien bij dieren die voor het eerst naar buiten gaan. Als de dieren maar met een beperkt aantal wormen worden geïnfecteerd, zal de infectie zonder verschijnselen verlopen.

Infectiedruk en weerstand bij uitweiden
Een koppel koeien kan larven met zich meedragen en uitscheiden via de mest. Hierdoor kan de infectiedruk op een weiland flink toenemen. Koeien en jongvee die nog niet immuun zijn, lopen dan het risico om een longworminfectie op te lopen. Dat kan ook gebeuren als de immuniteit van de koe is afgenomen.

Immuniteit longworm opbouwen en onderhouden
Rundvee kan immuniteit opbouwen tegen longwormen. Dit duurt gemiddeld één jaar, tenzij dieren niet in aanraking zijn geweest met voldoende wormen. Dan kan er nogmaals een besmetting plaatsvinden. Ook dieren die te veel behandeld zijn, bouwen onvoldoende weerstand op tegen de longwormen. Van immuniteit die is opgebouwd tegen volwassen wormen die zich in de longen bevinden, heeft een dier meer dan twee jaar profijt. De immuniteit tegen de larven is slechts 6 maanden. Daarom is het van belang dat de koe elk jaar wordt blootgesteld aan een beperkt aantal larven, zodat het immuunsysteem geprikkeld wordt. Wanneer een koe met immuniteit een wormen en/of larveninfectie oploopt, verloopt dit zonder verschijnselen.

Aanpak longworm

Monitoren, infectiedruk laag houden en weerstand optimaliseren
De longwormdruk op uw bedrijf beheersen doet u door te monitoren, de infectiedruk laag te houden en de weerstand – immuniteitsopbouw – gecontroleerd te laten verlopen.

Op melkveebedrijven is de infectiedruk in de koppel eenvoudig te monitoren via tankmelkonderzoek. Bij een combinatie van veel antistoffen – meer dan 20 procent van de melkgevende dieren heeft antistoffen – en de aanwezigheid van klachten, kan het verstandig zijn om een behandeling tegen longworm in te zetten. Individuele dieren kunt u ook via bloed- of mestonderzoek testen op longworm.

Om de infectiedruk te beperken en gecontroleerd weerstand op te bouwen is een goed weidemanagement van belang. Vraag uw dierenarts bij een volgend bedrijfsbezoek naar een aanpak op maat voor uw bedrijf.