Voorjaarskuil is meer krachtvoer dan ruwvoer

Voorjaarskuil is meer krachtvoer dan ruwvoer

Het relatief koele en sombere voorjaar van 2023 hield de grasgroei in april tegen. De eerste uitslagen van de voorjaarskuilen laten mede hierdoor een hoge verteerbaarheid zien met veel eiwit en weinig celwanden. Net als in 2022 lijken de voorjaarskuilen eerder krachtvoer dan ruwvoer. 

Hoge verteerbaarheid

De voorjaarskuilen laten een zeer hoge verteerbaarheid (gemiddeld 81,8% VCOS) zien. Hierdoor is de VEM ook hoog met een gemiddelde van 977. Daarnaast valt het hoge suikergehalte van gemiddeld 114 g/kg op. De voorjaarskuilen lijken dus net als die van vorig jaar meer op krachtvoer dan op ruwvoer.  

Meer melkzuur en onbestendiger eiwit 

De kuilen zijn over het algemeen goed geconserveerd met een gemiddeld DS-gehalte van 39% en een pH van 4,7. Het melkzuurgehalte ligt door het wat lagere DS-gehalte boven het langjarig gemiddelde; respectievelijk 60g/kg en 49 g/kg. Daarnaast is het aanwezige eiwit wat onbestendiger met een gemiddelde OEB van 49. 

Houd rekening met selectie

De hoge gehalten maken de voorjaarskuil super smakelijk, houd dus rekening met selectie. Zorg ervoor dat het rantsoen aan het voerhek goed is gemengd om voor een zo constant mogelijke voeropname te zorgen. Hierdoor blijft het pensmilieu stabiel en is de kans op een weerstandsdip kleiner. Die dip zien we in de praktijk vooral bij verse koeien met longontsteking, pootproblemen, blaasjes op de eierstok en mastitis tot gevolg.  

Balans in het rantsoen

De voorjaarskuilen geven veel energie en eiwit met weinig structuur. Compenseer daarom het rantsoen met bijvoorbeeld luzerne, koolzaadstro, tarwestro of Spaans tarwestro. Een uitgebalanceerd rantsoen bevat maximaal 90-100 gram suiker per kg drogestof.  

Pas op voor melkziekte

Melkziekte is ook een aandachtspunt bij de voorjaarskuilen van dit jaar. Het gemiddelde kaliumgehalte is met 33,3 g/kg hoger dan afgelopen jaren (30,5 g/kg) Het chloorgehalte is juist lager dan het langjarig gemiddelde, 6,2 dit jaar en 11,2 g/kg meerjarig gemiddeld. Dit zorgt ervoor dat het gemiddelde kation-anionverschil (KAV) behoorlijk hoog is met 603 meq/kg, tegenover 397 meq/kg gemiddeld de laatste jaren. 

Mocht je het rantsoen willen bespreken, dan kan dat in overleg met de voeradviseur en je dierenarts. Zo ga je voor gezonde koeien.